Hypochondrie is een psychische aandoening die ook weleens wordt aangeduid als ziektevrees. Wie aan hypochondrie lijdt, heeft overmatige angst om een ernstige lichamelijke ziekte te hebben, terwijl hiervan uit onderzoek niets blijkt. De persoon kan vaak de locatie, ernst en duur van de symptomen gedetailleerd aangeven, maar deze zijn door een arts niet als een duidelijk lichamelijk ziektebeeld te herkennen. Als de patiënt daadwerkelijk een ziekte heeft, interpreteert hij het ziektebeeld als veel ernstiger dan het in werkelijkheid is. Als een arts de patiënt heeft onderzocht en de patiënt geruststelt, vreest de patiënt dat de arts de ware oorzaak niet heeft kunnen vinden. Omdat de patiënt er sterk van overtuigd is dat er iets mis is, zijn behandeling en herstel vaak gecompliceerd. Ongeveer 6% van de Nederlandse bevolking heeft last van hypochondrie.
Oorzaken hypochondrie
De oorzaak van hypochondrie is vaak moeilijk te achterhalen. Het kan het onder meer liggen aan de opvoeding. Sommige ouders zijn heel erg bezig met ziek zijn en de oorzaken daarvan. Mensen met ziektevrees vinden het vaak moeilijk te dat veel pijntjes en problemen onverklaarbaar zijn of een ongevaarlijke oorzaak hebben. Een ander mogelijke oorzaak voor het ontstaan van hypochondrie is een traumatische ervaring uit het verleden. Als voorbeelden kun je hierbij denken aan het plotseling overlijden van een jong iemand uit de naaste omgeving, het ernstig ziek worden van een naaste of een hele vervelende gebeurtenis in het verleden.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) bij hypochondrie
Cognitieve gedragstherapie leidt tot vermindering van de angst bij hypochondrie. Dit effect lijkt stand te houden op de lange termijn. In de cognitieve therapie wordt zowel aandacht geschonken aan de veronderstellingen die de kern vormen van de angst als aan de specifieke factoren die de angst in stand houden. Het uiteindelijke doel van de therapie is het vinden van een alternatieve en minder bedreigende verklaring voor zorgen en klachten en het verminderen van angstreducerend gedrag, zoals het zoeken naar geruststelling. De belangrijkste componenten van CGT voor hypochondrie zijn:
- Identificatie van angstige gedachten en veronderstellingen (‘ik heb een tumor in mijn hoofd’)
- Kritisch achter vragen van deze gedachten en veronderstellingen (wat zijn de bewijzen voor en tegen deze ziekte-interpretatie?)
- Formuleren van meer realistische gedachten (b.v. hoofdpijn wordt veroorzaakt door stress)
- Formuleren van gedragsexperimenten om de geloofwaardigheid van de angstige gedachten en de meer realistische gedachten te toetsen (rust nemen)
- Exposure en response preventie (programma kijken over tumoren en stoppen met vragen naar geruststelling)
- Terugvalpreventie, handvatten krijgen om te leren omgaan met de angst als deze terug komt
EMDR bij hypchondrie
Sommige mensen krijgen last van hypochondrie t.g.v. het meemaken van een traumatische gebeurtenis zoals het overlijden van een jong iemand uit de naaste omgeving, het ernstig ziek worden van een naaste e.d. Deze mensen hebben vaak het meest baat bij een relatief kortdurende vorm van traumabehandeling zoals EMDR.